Bij het toepassen van de Landelijke richtlijn Bouw- en Sloopveiligheid dient te worden bepaalt of en in welke fase van het proces een bouw- of sloopveiligheidsplan dient te worden ingediend en te worden beoordeeld. Met de risicomatrix kan worden bepaald of een veiligheidsplan nodig is, en in welke fase van het proces deze dient te worden besproken, beoordeeld en behandeld door het Bouw- en Woningtoezicht.
Eerst worden de eerste 5 vragen beantwoord van de korte risicomatrix. Komt één van deze vragen op 'Ja' dan dient de uitgebreide risicomatrix te worden ingevuld. Bij een score hoger dan 12 dient een veiligheidscoördinator te worden aangesteld, en dient er een bouw- en of sloopveiligheidsplan te worden ingediend.